Spring naar de inhoud

Jiu-jitsu

DE BETEKENIS VAN JIU-JITSU

Jiu-Jitsu is geen vechtsport, maar dè zelfverdedigingskunst bij uitstek. Door middel van talloze afweren, verrassingstechnieken, tegenaanvallen en kennis van het menselijk lichaam is er steeds de mogelijkheid om aan een aanval te ontsnappen (of op zijn minst drastisch in te tomen), en om, indien nodig, een tegenzet te plaatsen.

Jiu-Jitsu beoogt het gebruik van het volledige lichaam. Een juiste houding en aanwending van elk lichaamsdeel apart zorgt voor de grootste efficientie bij het uitvoeren van de technieken. De grepen omvatten bewegingen van armen, benen, voeten, handen, de romp, … kortom, elke spier treedt in werking. Jiu-Jitsu wordt getraind in een dojo (oefenzaal), op een tatami (oefenmat). Er wordt gewerkt met een oefenpartner. Om de grepen optimaal en realistisch te kunnen uitvoeren leren we eerst goed vallen. Vallen moet men kunnen met een lach, om zonder pijn terug op te staan. Deze valtechnieken zijn tevens zeer bevorderend voor de beweeglijkheid en controle over je lichaam.

Onze sport kent géén eigenlijke competitie. De vordering in de grepen leidt immers naar het volledig uitschakelen van de aanvaller (werken op vitale plaatsen) en dit is competitief onmogelijk. Maar … het volhouden, de vooruitgang die je maakt en de grenzen die je verlegt (fysisch én psychisch) zijn wel een mooie competitievorm met enkel en alleen jezelf !